Moke Lake / bij Queenstown / South Island / New Zealand / Zondag 23 december
Er was eens, toen de dieren nog konden praten, maar daar allang geen zin meer in hadden, een plaatsje Kinloch genaamd . Daar staat sinds 1868 ( prehistorie in NZ ) een hotelletje aan de rand van Lake Wakatipu. En dat is vandaag het beste adres ter wereld . Wij zijn daar deze avond gaan eten, na een flinke wandeling daar. Na een uurtje rijden door het mooiste decor ter wereld tot op ons mooiste kampeerplekje ter wereld, zijn we er nog niet helemaal van bekomen. De enige oplossing zal zijn de ogen te sluiten en gewoon een droompje op te zetten, de werkelijkheid is net iets te straf. Want zelf de duister brengt geen soelaas, onder de dikke halve maan is dit zadeldal (meertje inclusief) tussen groene en rossige heuvels te mooi voor woorden. We zijn intussen al een dag of vijf op het Zuideiland, en elke dag gaat het qua weer, decor en sfeer steil crescendo. De oversteek van Wellington naar Picton met de ferry begon in stormweer, zodat we helemaal geen spijt meer hadden hier niet op eigen kiel naartoe te zijn gevaren, wat oorspronkelijk toch wel het plan was. Voor we aan de overkant, de magistrale Marlbourough Sounds binnenvoeren, was het weer genoeg opgeklaard om daarvan aan dek te kunnen genieten. Onze jongste twee hebben gewoon drie uur naar cartoons zitten gapen in het speelpleintje aan boord. Geen klachten. Daarna aan onze dagelijkse queeste naar de Ideale Kampeerplek begonnen . En na omzwervingen over berg en dal , vier DOC campsites bezocht om dan naar de eerste terug te keren . Een schiereilandje met een eigen bebost bergje en strand rondomrond, en tien minuten lopen van de weg. Perfect eigenlijk, maar we zijn echt te verwend om dat onmiddellijk te zien . We waren er helemaal alleen, het had een ganse dag geregend, dus hebben we de ‘Total fire ban’ omzeild door gewoon een vuurtje te stoken in een grote alu-folie wegwerp braadslee, onze versie van ‘portable bbq’ . We hadden niet echt iets om erop te bbq’en , dus gewoon brood getoast, maar een strand vol droog hout en fijne wijn uit Hawke’s Bay die dringend gedronken moest worden is erom vragen eigenlijk. De volgende dag, prachtig weer, dus wandelingetjes afgewisseld met autorijden, of omgekeerd . Langs Nelson gepasseerd en daar enige uren doorgebracht. Ik zou zeggen : allen daarheen! Het mooiste weer van NZ, Marlbourough Sounds en Abel Tasman vlakbij, sneeuwbergen op de horizon terwijl je op het strand staat, en leuk stadje. Wij hebben de verleiding kunnen weerstaan en zijn verder gereden naar de het Nelson Lakes NP . De DOC campings in de buurt daar stonden ons niet aan dus we gingen het zelf eens beter doen. Gewoon een wegje ingereden en een hemels plekje gevonden : kilometers van dichtste huis, valeitje tussen groen heuvels met schapen en koeien, koel riviertje om drank te koelen . Perfect zou je denken, tot we er vijf minuten waren, net tenten begonnen op te slaan en eerste brandhout vergaard hadden. Wolken sandflies ! We hebben ze al eerder ontmoet in NZ , kleine venijnige mugjes die gemeen bijten . Maar nog nooit in dergelijke hoeveelheden . Echt wolken . We waren daar redelijk vroeg aangekomen om rustig van onze ‘freedom camping’ zoals wild kamperen hier noemt , te kunnen genieten . We hebben de ganse avond niet langer dan vier seconden op dezelfde plaats kunnen blijven . Het moet voor de, in deze niet zo onschuldige, Toeschouwer hierboven een komiek zicht geweest zijn : vijf sterfelijken die enkele uren aan een stuk doelloos langs de oever van een riviertje op en af lopen . Opgepast ! We hebben natuurlijk wel alles gedaan wat men op een dergelijke plaats hoort te doen: Toon leren skivverren (steentjes keilen), eten preparen, een dam over de rivier gebouwd, gezwommen voor die dam en ‘genoten’ van lokaal bier . Een beetje ‘walking dinner’ -gewijs, weliswaar. Het decamperen de volgende ochtend was legendarisch efficiënt. Gelukkig heeft het de ganse volgende dag geregend en zijn , dat hopen wij toch, ganse hordes ongedierte door het hemelwater verzwolgen en meegevoerd naar de dieptes van de onderwereld waar ze thuishoren. Wij waren intussen aan de vooravond van Toontjes verjaardag , enkele kilometers voorbij Hokitika, aan een uiterst schattig meertje, met een absoluut aanvaardbare densiteit van sandflies. Daar op een steigertje met de voeten boven het water tijdens de zonsondergang geapertieft . Eventjes ongerust toen er een paar lokale waterski-boten arriveerden. Maar het bleken sympatico’s te zijn, ze hebben Toon voor een ritje meegenomen. En na een halfuurtje waren ze ook al aan het bbq’en . Zij op gas , wij boven een echt vuurtje aan de rand van het meer . De volgende ochtend geen toast meer kunnen bakken want het regende bakken . Erratum. Dit was dus die regendag , excuses . De ganse dag langs de woeste westkust van NZ gereden, en dan de Haast-pass over, terug in het zonnetje . En redelijk plotseling kom je in machtig mooie landschappen terecht . Brede valleien met meren onderin, woeste, goudkleurige, met heidegras begroeide hellingen met hier en daar sneeuwbergen ertussen. Echte reclamefilmpjes-achtergrond. Ezels en stenen, eerst een paar kampeerplaatsjes getest op sandfly-dichtheid. Nog een wandelingetje naar een hangbrug gaan maken, en dan tenten opgeslaan op een schiereilandje in Lake Wanaka . Er stond daar een stevige wind die onze nemesis onder de knoet hield. Dat onze goedkope-Chinese-brol-tentjes ook plooiden, was echt wel bijzaak . Ook daar weer een top-zonsondergang mogen aanschouwen, op een strand dat niet bestond uit zand of grint maar puur uit aangespoeld witgewassen strandhout . Redelijk surreëel, het witte houten strand, diepblauw meer en gouden hellingen . En natuurlijk Toons achtste verjaardag . De volgende ochtend was de wind gaan liggen en de waren de sandflies vroeger dan ons opgestaan . Dix minutes pour décamper ? Wij waren dan al achter de horizon verdwenen . In Wanaka onze kleren in een wasmachien gestopt en dan onmiddellijk een afspraak gemaakt om anderhalf uur later , op een half uur rijden daarvandaan te gaan paardrijden . Sweet as ! Met propere, droge, gevouwen was (in de koffer) op holistisch, onbeslagen appaloosa’s gekropen . Op de Markiezen moesten Toon en Vera nog bij ons in het zadel, hier kregen ze elk een volwassen paard onder zich . Toon moest het zijne zelf helemaal alleen besturen . Enkele van de paarden, appaloosa’s zijn van die mooie paarden met allemaal stipjes, hadden al in een paar reclamefilmpjes meegespeeld. Het landschap waar we doorreden kwam ook uit een reclamefilmpje . Volgens een verstandige mens wiens naam mij nu ontgaat, is dat het enige wat de moderne mens/consument nog drijft : zijn leven zoveel mogelijk op een reclamefilm te laten lijken. Nu zijn okselfrisheid, een veilig gevoel, succes bij het vrouwvolk, kleurvaste kleding en een propere keuken niet echt onze grootste troeven, we lopen toch maar in het juiste decor rond. Maar dat telt waarschijnlijk niet. De zoutwatercowboys van de LaissezFaire hebben dat allemaal goed gedaan . Niemand is van zijn paard gevallen en meer zelf, sinds gisteravond moet ik uitleggen waarom wij nog geen kudde paarden thuis hebben . En toen is het alleen maar beter geworden . Eerst nog langs Queenstown, de wereldhoofdstad van onnozeliteiten: bungy, zorben, jetboaten, en nog vijftig zalige manieren om toeristendollars te laten rollen, en daarna naar hier een kampplaatsje waar we vijftien jaar geleden ook al waren . En nu tegen ons principes, maar zo zijn we wel, voor een tweede nacht op dezelfde plaats. Hopelijk leven we nog lang , maar het zal in elk geval gelukkig geweest zijn. .